Sanyu Onderwijs

Doolhof

Het is de Week van de Hoogbegaafdheid. Hoe is het eigenlijk voor ouders, een kind hebben dat hoogbegaafd is? Hoe ontdekken ze dat, en wat betekent het in de praktijk? Deze week het woord aan een van de ouders.

‘Wanneer wisten jullie dat je kind hoogbegaafd is?’ Die vraag krijgen we vaker nu we er sinds de schoolwissel rond voor uit komen. Net als veel ouders met ons waren we opgetogen over de eerste woordjes van onze zoon. Tot hij met 2,5 jaar zinnen als deze uitsprak: ‘Ik heb de sinaasappelsap op de tafel laten staan en straks ga ik het opdrinken als ik de druifjes op heb.’ Drie woorden in een zin zou meer volgens de richtlijnen van het CJG zijn, hadden we gelezen. Niet lang daarna hielden we maar op met lezen, er klopte niets van. Tot we – wat een geluk – een flyer tegenkwamen van een plusklasje voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Dit ging over ons kind, en wat was hij op zijn plek die zaterdagochtenden.
Maar aan je peutertijd komt een eind, en van kleuters wordt verwacht dat ze naar groep 1 gaan. Er volgde een tijd van hoogten en diepten, resulterend in een leerling die twee klassen versnelde en zich meer en meer anders voelde. ‘Ik wil ook wel eens gewoon normaal zijn,’ liet hij zich thuis ontvallen, en dat was nog wel de lichtste van meer verzuchtingen.
Bij de enige reguliere school in de omgeving met een afdeling voor voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs, stonden honderd kinderen op de wachtlijst. Maar onze zoon zat inmiddels in groep 7, en stond al zo lang in de wachtstand. En dus struinden we het internet af, en vonden Sanyu. Dat werd verhuizen, en dat deden we.
Vraag het iedere ouder van een hoogbegaafd kind, en je krijgt elke keer een ander verhaal. Maar een gemene deler is het doolhof waarin je belandt, keer op keer. Als het meezit, tref je op het juiste moment de juiste mensen. Want dan verandert het doolhof van een wanhopige zoektocht naar de uitgang in een uitdagende puzzel, waarin beetje bij beetje alles stukjes op z’n plek vallen.